Na een geweldige ontvangst in ons Belgenlandje (met een heus frietkot en leuk feestje) is het tijd om dit avontuur finaal af te sluiten. Hier is ons laatste filmpje.
4 Comments
De fietsen zijn ingepakt Als alles goed gaat, zweven we binnen 24 uur hoog en droog boven de landen die we het afgelopen jaar doorfietsten. Hong Kong was de oorspronkelijke eindbestemming, maar uiteindelijk werd deze stad een tussenstop op een langere reis die ons tot in Bangkok bracht. Waar we ook strandden, de essentie van deze reis was het "onderweg" zijn. Eén jaar lang keken we onze ogen uit. Schitterende landschappen, vergeten en minder vergeten monumenten, maar de meest intense momenten waren de ontmoetingen onderweg. Een thermos warm water aan de tent nadat de Chinese politie ons uit een hotel gooide ergens in de hoge bergen, een vers gemaakte vissoep in het midden van de woestijn na dagen eieren en brood, liters thee in Turkije of onze "personal manager" in Servië. Het zijn maar enkele van de vele onvergetelijke momenten waarbij volstrekt onbekenden zich over ons ontfermden. Aanvankelijk koste het ons moeite om die open armen argeloos te aanvaarden. Maar, na één jaar kunnen we wel stellen dat mensen geen slechte bedoelingen hebben. De fiets was gedurende al die tijd onze vaste reisgenoot. Een perfect gezelschap, snel genoeg om landen en zelfs continenten te doorkruisen. Maar vooral ook traag genoeg om interactie en observatie toe te laten. Reizen met de fiets, we kunnen het enkel aanbevelen! Time flies when you're having fun!
Enkele dagen geleden waren we één jaar en daarom hebben we dit filmpje gemaakt. Bayon tempel Kies een lukrake reisgids over Cambodja en blader hem door. Ongeacht de invalshoek of het te bereiken publiek, de aangeraden bestemmingen zullen dezelfde zijn. Bezoek de tempels van Angkor, de oude Khmer hoofdstad. Snuif de sfeer op in Phnom Penh, de huidige hoofdstad. En als er nog wat tijd overblijft, ga dan even naar het diepe zuiden om te genieten op het strand. Net als die duizenden andere toeristen stonden ook deze "verplichte nummers" met stip aangeduid in onze agenda. Waar onze agenda echter verschilde, was hoe -langsheen welke route- we van de ene bezienswaardigheid naar de andere zouden gaan. Met één van 's werelds belangrijke tempelsites trekt Cambodja massa's bezoekers aan en die zwermen uit over het ganse land. Voor een authentieke ervaring zijn we bereid wat omwegen te maken en, als het even kan, zoeken we de kleine gravelbaantjes op. Om het allemaal nog wat avontuurlijker te maken, sloegen we zelfs terug aan het kamperen. De vele tempels en hun gastvrije monniken maken het vinden van een kampeerplek immers een makkie. Alle boutique hotels ten spijt blijft Cambodja een ontwikkelingsland en kampt het met de daarbij horende ongemakken. Dat merk je al aan de grens, waar de corruptie weelderig tiert en alle douaniers zich schuldig maken aan het vragen van "processing fee" voor een service die gratis moet worden verleend. De douaniers doen dit echter met zoveel flair en charme dat je zonder voorafgaande waarschuwing geen enkel vermoeden hebt dat je smeergeld betaalt. Zwembad met zicht op zee in Kep-sur-Mer. Ook de elektriciteitsvoorziening laat regelmatig te wensen over. Zelfs in de uitvalsbasis voor het Angkor tempelcomplex, tevens de derde grootste stad van Cambodja, gaat er geen dag voorbij zonder algemene stroompanne. In de rurale gebieden fietsen we zelfs een stuk van 150km waar de lampen enkel kunnen branden dankzij autobatterijen en benzine-generatoren. Ongezien op onze reis. Van ons jaartje reizen blijven er nu nog exact 17 dagen over. Inderdaad, het vliegtuigticket is geboekt en we komen naar huis! Thailand wordt het laatste land op onze reis, alvorens we in Bangkok op de vlieger stappen naar Brussel. Om in stijl af te sluiten zullen we tijdens ons laatste weken de Cambodiaanse en Thaise kusten affietsen. Hopelijk lukt het ons om de scheefgetrokken "fietsers bronzage" terug recht te trekken. New pictures! Het eerste filmpje geeft kort een beeld van Macau en heeft eigenlijk niet zoveel met fietsen te maken. In het tweede filmpje laten we jullie meevolgen op onze tocht door Vietnam en Laos. Veel kijkplezier!
Natuurlijk kunnen we onze eerste blog van 2013 niet beginnen zonder de gepaste nieuwjaarswensen. Bij deze hopen we dus dat 2013 voor ieder van jullie een sprankelend jaar wordt, vol plezier en avontuur! Ons goede voornemen is om dit jaar veilig en wel terug naar huis te komen. Maar eerst nog even genieten! Net als onze vorige blog is ook dit stukje tekst geschreven aan de oever van de Mekong rivier. Niet dat we de voorbije weken hebben stilgezeten, maar aan 's werelds 12de langste rivier (4909 km) ontsnap je niet zomaar. Na ons bezoek aan de spirituele hoofdstad van Laos, Luang Prabang, werd het tijd om koers te zetten naar de hoofdstad, Vientiane. Beiden steden liggen aan de Mekong, desondanks volgt de rechtstreekse route de rivier niet, maar gaat ze over de "Laotiaanse Alpen". Een stevig, maar mooi stukje waarin je over 400 km kan kennismaken met de grote diversiteit aan landschappen en volkeren die Laos rijk is. Het is geen toeval dat deze weg uitgegroeid is tot één van de meest populaire fietsstukjes van de regio. Ook wij genieten volop. Het weer is schitterend en we geraken niet uitgekeken op de mistige bergdalen die elke ochtend terug ontstaan. We komendagelijks wel een aantal fietsers tegen (onze eerste Belgen sinds Linz, Oostenrijk!) en ook 's avonds zitten we niet alleen aan tafel. Gezellig sfeertje! Onze reisgids omschreef Vientiane als een "gourmet paradise" maar die mening kunnen wij niet echt delen. Toen we na al dat fietswerk een Belgisch Café ontdekten in de hoofdstad, konden we de verleiding niet weerstaan. De frietjes vielen echter zo hard tegen, dat we ons niet aan de mossel-friet waagden. De croissants en de pains-au-chocolat van de naburige bakkerij voldeden wel aan de standaard. Al snel kwamen we tot de conclusie dat Vientiane buiten zijn "gourmet restaurants", weinig te bieden heeft. Zelfs in het economische hart van het land is het levensritme even relaxed als op het platteland. Al was er één plek die een stevige nadruk op ons naliet, het COPE centrum. In een vergeten episode van de Vietnam-oorlog, de zogenaamde "Secret War", werd Laos gebombardeerd met een onovertroffen intensiteit. 40 jaar na het einde van het conflict blijft onontplofte munitie (UXO's) nog steeds slachtoffers maken in het rurale Laos. De meeste onder hen zijn nieuwsgierige kinderen. Veel clustermunitie ziet er uit als speelgoed of heeft een interessante doorverkoopwaarde als oud ijzer. Een babbel met één van de slachtoffers is zeker interessant, maar een glimps van wat ze echt doorstaan krijg je pas als je een halfuur toekijkt hoe een blinde jongeman zonder handen zijn noedels met lepelprothese binnenwerkt als we toevallig in hetzelfde restaurant lunchen. Zestien was hij toen hij acht jaar geleden een UXO probeerde open te vijzen, een fout die hij wel zeer zwaar betaalt… Ook België draagt zijn steentje bij, zo schreef Handicap International oa. de Engels-Laotiaanse handleiding voor ontmijningen en alles wat erbij komt kijken. Vanaf Vientiane wordt de Mekong onze vaste reisgenoot. We volgen de machtige rivier dwars doorheen het land tot in het diepe zuiden waar ze Cambodia binnenstroomt. Deze 850 kilometers hebben in het fietsersmilieu de reputatie om saai te zijn. Dat komt vooral omdat de weg langs de Mekong meestal op een afstand blijft van de overstromingsgevoelige rivieroever. Als je op de hoofdweg blijft, mis je bijgevolg al de "actie" van het leven langs de Mekong. Reden genoeg om af en toe van de hoofdbaan af te wijken en de pistes op te zoeken die langsheen de Mekong lopen. We maken dan wel wat omwegen en vreten constant stof, maar de taferelen op en langs de rivier maken dit meer dan goed. En als we genoeg hebben van het tandengeknars door al het stof, kunnen we altijd de hoofdbaan opzoeken! Eénmaal In het diepe zuiden, rusten we enkele dagen uit op verschillende Mekong eilanden. De eilanden staan bekend om hun nog relaxere levensritme. Moeilijk te geloven nadat we Laos zijn doorgefietst. Of zoals een Nederlandse medefietser ons zei: "Nog relaxter, dan vallen ze [de Laotianen] om". Horizontaal genieten in de hangmat is hier dan ook onze geliefkoosde activiteit. Het vakantie-gevoel dat we al hebben sinds we dit land zijn binnengefietst laat ons maar niet los. Soms is het wel een karwei om op de eilanden te geraken. In totaal moeten we onze vehikels vier keer in de prauwen van de locals tillen voor een ritje over de Mekong. Eén keer loopt dit bijna verkeerd af wanneer Claire met een (uiteraard) doordachte beweging de ganse prauw aan het wankelen krijgt en Tims fiets ei zo na overboord gaat, terwijl zijn helm gedoopt wordt. We hoeven jullie niet te vertellen dat onze blanke medepassagiers zeer geamuseerd waren (not! we kregen een lesje bootbalans). Onze Laotiaanse medepassagier liet het echter niet aan zijn hart komen. Morgen moeten we Laos uit, willen we niet in de kosten vallen met een vervallen visum. Gelukkig staat Cambodia, het voormalige wilde westen van Zuid-Oost Azië voor de deur. We hopen onze volgende post op het web los te laten aan de voet van de historische tempel-site van Ankor Wat.
We sluiten naar gewoonte af met de link naar het nieuwste fotoalbum. Veel kijkplezier! Terwijl we genieten van een mango-smoothie en een kokosnoot met zicht op de Mekong-rivier, overlopen we mijmerend de afgelopen 10 dagen. De bergen ten oosten van Hanoi zijn niet de meest ontwikkelde gebieden van Vietnam. Waar we in de hoofdstad onze weg zochten op heuse snelwegen, kronkelden we doorheen de bergen op (geasfalteerde) tractor paden. De economische belangen zijn hier dan ook beperkt, want dit gebied wordt bevolkt door de kleurrijke etnische minderheden van Indo-China. Afgezonderd van de rest van het land door beperkte transportmogelijkheden, hebben deze bergstammen de weg naar modernisatie nog niet (helemaal) gevonden. Men leeft er nog steeds op het ritme van de natuur, daar zorgt de kraaiende haan en het beperkte vermogen van de stroomgenerator voor. Ergens in deze bergen lag - ietwat verloren - de grensovergang met Laos. De grens ontvangt nog maar enkele jaren reizigers en wordt in onze reisgids omschreven als een "true adventures delight". Dat is misschien ietwat overdreven, maar hier beland je maar al te graag als je op fietsreis bent. Ondanks het zeer heuvelende karakter van het traject was het heerlijk fietsen, soms ploeteren, op de kleine wegjes tussen de even kleine dorpjes. 's Ochtends werden we steevast vergezeld door horden scholieren op weg naar school, 's middags toonde de eigenaar van de plaatselijke herberg trots dat de gebruikte ingrediënten eigen kweek waren en 's avonds lieten we de heerlijke geurende hond-brochettes aan ons voorbij gaan. Dit was met voorsprong één van de leukere stukjes uit onze fietsreis. Maar, dan komt Laos… Beeld je een land in zo groot als de U.K., doorsneden door slechts een handvol geasfalteerde wegen en een acuut gebrek aan wagens om erop te rijden. Dat moet Laos zo ongeveer zijn: het fietsersparadijs. Soms fietsen we uren zonder één wagen te zien, gewoon naast elkaar als koningen op de weg, terwijl we de jungle-geluiden op ons laten afkomen en de kettingen horen ratelen. Tot wanneer we de dorpjes naderen en het "falang"-alarm afgaat: één of andere verkenner heeft ons gespot en razendsnel gaat het nieuws rond: buitenlanders! De kinderhoofdjes verschijnen plots uit het niets en er wordt ons een vrolijke "Sabaidee" toegeworpen. We hebben onze handen vol om iedereen terug te groeten, maar de glimlach die je terugkrijgt is goud waard. Toch is niet alles rozengeur en maneschijn. Fietsen in Laos vergt veel van onze kuiten en dus nemen we de bus - of beter busje - die ook instaat voor het verdelen van postpakketten. Zo overbruggen we moeiteloos de twee zwaarste etappes. Officieel kunnen we hierbij zeggen dat de bergen in Laos de eerste zijn die ons kraken. Onze fysieke ongemakken zijn echter klein bier vergeleken met de drastische veranderingen die dit land te wachten staan. Groeiende, hongerige buurlanden hebben het gemunt op de wouden van Laos en hoewel men probeert in te zetten op duurzame ontwikkeling, is deze kaalkap moeilijk tegen te houden. Zeker in een land dat behoort tot de 20 armste in de wereld. De Chinezen zijn druk in de weer met het opwaarderen van de weginfrastructuur en, hoewel we er nu van kunnen genieten, is het slechts een kwestie van tijd alvorens de vrachtwagens erover denderen. Na een boottocht van een vijftal uur zitten we nu in Luang Prabang, het spirituele hart van Laos. Om die reden is de stad ook de toeristische trekpleister van het land, al kan je niet omheen de Franse "air chique"-sfeer die de heerlijke gerestaureerde koloniale woningen uitstralen. Over enkele dagen gaan we terug op weg naar de hoofdstad van dit land, een klassieker onder fietstrekkers. Als we hard genoeg trappen zouden we daar moeten zijn tegen kerst. Via deze link vinden jullie weer een heleboel nieuwe foto's.
Telkens de grens van een nieuw land nadert borrelt de reismicrobe weer helemaal naar boven. De reisgids wordt bovengehaald en met volle overtuiging lezen we ons in. Nieuwe woordjes worden ingeoefend, de belangrijkste gerechten worden gememoriseerd en onze hersenen gaan weer aan het werk om snel en accuraat (ha!) de plaatselijke munt in Euro's om te zetten. Dat was niet anders toen de grens met Vietnam in het vizier kwam. Na 3 maand rondtoeren in China was het inderdaad tijd voor verandering. Het "nieuwe" was eraf en we begonnen ons maar al te vaak te ergeren aan de kleine kantjes dit land. De constante drukte, het gekke getoeter en vooral Chinese interpretatie van (de toch niet zo) universele gebarentaal waren vaak een bron van frustratie. Al is er één aspect van dit immense land dat we zeer zeker zullen missen, namelijk het voedsel. Van de heerlijke tarwe-noodles in het noorden tot de wereldberoemde Cantonese keuken in het diepe zuiden, telkens werden we verwend en verrast (Chinese menu's…) door wat de Chinezen uit hun wok toverden. In China kan je gewoon niet verhongeren! Op gevaar van overactieve speekselklieren en ondergekwijlde toetsenborden hebben we een foto-album gewijd aan deze heerlijke keuken. Ondertussen zitten we al een kleine week in Vietnam. Het Latijnse schrift hebben we teruggevonden, maar de communicatie verloopt nog altijd stroef. Het Vietnamees vraagt, net als het Chinees, een heel exacte uitspraak en die krijgen we maar niet onder de knie. Ook voor non-verbale communicatie heeft de Chinese bezetting zijn sporen nagelaten. Hoe kan je anders begrijpen dat twee bestelde mango-sapjes twee biertjes worden? Het enthousiasme waarmee we worden toegezwaaid maakt echter veel goed. In de kleine dorpjes die we dagelijks doorkruisen worden we telkens getrakteerd op glimlachen en roepen de kindjes zich hees om ons te begroeten. Kennelijk kost het weinig moeite om de Vietnamees zijn sympathie te winnen. In Vietnam kruisen onze wegen met Claires broer en zijn vrouw. Na tien maanden zagen we elkaar terug in Halong City. Dit werd gevierd met een zeer gezellig avondmaal (dank u, Kevin en Dorien!), waarna onze planning voor de volgende dag verstoord werd door technische problemen aan Tims fiets. Het grijze regenachtige weer liet ons niet toe om te genieten van de karstbergen in Halong Bay en dus trokken wij (met een gerepareerd wiel) naar de hoofdstad Hanoi, terwijl Kevin en Dorien het hoge noorden van Vietnam verkenden. Over enkele dagen zien we elkaar terug daarna trekken we resoluut richting jungle.
Inderdaad, na de drukte van China met zijn miljoenensteden is het terug tijd voor rust en natuur. Die we hopen te vinden in de bergen van Vietnam en Laos, onze volgende bestemming. Het heeft even geduurd, maar eindelijk is de video over China af. Deze keer geen kort tussendoortje, maar een heuse "mini"-film van 16 minuten. Neem er dus gerust een kippenpootje bij! Natuurlijk is er ook een nieuw album met de laatste foto's van Hong Kong, Macau, China en Vietnam. Wylie op haar zitfiets Na 288 dagen en zo'n 17000 kilometer, waarvan 12500 op onze fietsjes, zitten we eindelijk in Hong Kong. Hoewel elke trap Oostwaarts ons dichter bij dit doel bracht, voelt het nog steeds onwezenlijk om hier te staan, aan de andere kant van de grootste landmassa op aarde. Vooral het idee dat je "gewoon" overland en op eigen kracht helemaal tot hier kan geraken blijft een fascinerend gegeven. De laatste dagen richting Hong Kong verliepen traditiegewijs niet van een leien dakje. Na onze laatste blog in Guilin vertrokken we richting China's beroemde karstbergen in het gezelschap van Wylie, een Amerikaanse fietster die op en zitfiets rondtoert. Aanvankelijk bleek de uitgestippelde weg één van de mooiste routes die we tot nu toe in China fietsten. De fun-factor daalde echter aanzienlijk toen het later op de dag begon te regenen en onze gekozen piste in een gigantische modderpoel veranderde waarin we ons letterlijk vastreden. De daaropvolgende dagen bleven de uitlopers van een tropische storm regen uitsturen over het Zuiden van China en dus namen we onze toevlucht in één van de hotelletjes in Yangshuo, een authentiek toeristisch dorp dat we als uitvalsbasis gebruikten om de karstbergen tussen de regenbuien in te verkennen. Toen na drie dagen de zon terug aan de hemel verscheen, sprongen we weer op onze fietsen voor het laatste, maar ook beste stukje China op onze reis. De storm had de vochtige tropische warmte de atmosfeer uitgejaagd en bezorgde ons heerlijk na-zomerweer terwijl we wegdroomden tussen de adembenemende bergen. Ook voor de plaatselijke bevolking leek het verdwijnen van de drukkende warmte een hele opluchting, zelden zagen we zoveel glimlachende Chinezen. Op een een plaatselijk marktje kregen we zelfs een stuk watermeloen aangeboden, een zeldzaamheid in een land waar je steeds stevig moet onderhandelen om dan toch nog gerold te worden. Chinezen zijn echte commercanten, laat daar geen twijfel over bestaan. Overweldigd door zoveel vriendelijkheid, vergaten we de basisregel voor het eten van fruit in de tropen, een verstrooidheid die Tim een paar dagen later zwaar te komen zou staan, toen zijn lichaamstemperatuur boven de 39°C schoot en de toilet/struiken zijn tweede thuis werden. Fietsen was uiteraard niet meer aan de orde in zulke omstandigheden en een doktersbezoek drong zich op. Eén van de werknemers van het hotel werd meegestuurd en leidde ons probleemloos doorheen alle formaliteiten. De consultatie was opmerkelijk in verschillende opzichten. Chinezen gebruiken geen wachtkamer en wandelen de consultatiekamer gewoon binnen, ongeacht of een andere patiënt behandeld wordt of niet. Het voelde nogal vreemd om binnen te wandelen bij de dokter, terwijl deze nog de radiografieën van de vorige patiënt aan het bestuderen was. Aanschuiven is niet aan de Chinezen besteed, iedereen die ooit geprobeerd heeft om netjes zijn beurt af te wachten in China weet waarover we spreken. Tijdens het onderzoek zelf werden heel andere accenten gelegd dan in België. De bloeddruk en stethoscoop werden wel even gebruikt, maar het bestuderen van Tims tong was duidelijk essentieel voor het stellen van de diagnose. Een batterij aan medicijnen werd voorgeschreven en de komende uren lag Tim in het ziekenhuis, terwijl allerhande infusen doorsijpelden. Bacterie-resistentie is een groot probleem in China en als we zien hoeveel medicatie werd voorgeschreven voor een (vermoedelijke) voedselvergiftiging, begrijpen we dat maar al te goed. Tijd om ziek te zijn krijg je niet in deze maatschappij, het feit dat zelfs de meeste bomen aan baxters hangen is misschien wel kenmerkend voor de "vooruitgang tegen elke prijs"-mentaliteit die momenteel geldt in veel provinciesteden in China. Guangzhou Met een paar dagen extra rust konden we alweer verder naar Guangzhou, de laatste Chinese super-stad (12 miljoen inwoners) op onze route. In werkelijkheid is Guangzhou het centrum van een gigantische agglomeratie die verschillende steden met meer dan 5 miljoen inwoners telt. Officieel zijn de steden niet verbonden, maar het gebied zo verstedelijkt dat je kan spreken van een mega-stad met meer dan 25 miljoen inwoners. Het is deze regio die aan de basis ligt van de huidige "made in China"-boom. De nabijheid van Hong Kong, één van de belangrijkste financiële centra van deze wereld (een hoop geld dus), en de speciale voordelen die de Chinese overheid toekende aan enkele steden in de regio, creëerde een ongeziene boom waar heel China en vooral de grote steden nog steeds op surfen. Ook de dag van vandaag is de regio rond Guangzhou één van de belangrijkste industriële centra in deze wereld en heeft bijna elk Westers bedrijf hier een deel van zijn productie staan. Buiten de stadscentra bestaat de omgeving dus vooral uit fabrieken -cijfers spreken van 70.000 fabrieken alleen al in de handen van Hongkongers- die soms de allure van ministeden aannemen (de fabriek waar Apple zijn Iphones bouwt staat hier en telt 300.000 werknemers). Ergens hadden we uitgekeken om te fietsen in zulk gebied, uiteindelijk is dit het deel van China waar je als toerist nooit zou kunnen komen behalve op je fiets. Maar, na één dag fietsen in de verkeersdrukte en het zien van een dodelijk verkeersongeluk tussen een scooter en vrachtwagen, besluiten we per boot naar Hong Kong te reizen. De tijd die we hierbij wonnen, gebruikten we om voor de eerste maal te couchsurfen in China, alvorens het 'mainland' te verlaten. We kwamen terecht bij een typisch Chinees middenklasse gezin en stonden op die 2 dagen regelmatig verbaasd over hoe goed Chinezen geïnformeerd zijn over wat er gebeurt in hun land. Ook culinair leerden we het één en het ander bij, zo maakt Claire dumplings met de vrouw des huizes. Ons verblijf bevestigde ook iets wat we al langer vermoedden: veel Chinezen hebben angst van blanken, maar éénmaal ze hun angst overwinnen zijn het ongelofelijk vriendelijke en gastvrije mensen. Het is geen toeval dat onze beste ervaringen in China vooral met de jongere en meer "wereldse" generatie plaatsvonden. Onze gastheer in Guangzhou had ons al verwittigd: "Hong Kong might officially be a part of China, for us [Chinese] it is a foreign country". Dat was ook ons gevoel toen de boot aanmeerde. Auto's rijden hier links, zo goed als alle borden zijn tweetalig (Cantonees en Engels) en je betaalt met een aparte munt, de Hong Kong Dollar (HK $). Het uitzicht van Hong Kong wordt grotendeels bepaalt door één aspect: plaatsgebrek. Waar de moderne super-steden meestal uitbreiden in de breedte, is dit niet mogelijk in Hong Kong. De bergen op de archipel en het schiereiland en de vastliggende grens met China zijn in dat opzicht nogal beperkend. Gevolg is dat men vooral in de hoogte bouwt, Hong Kong wordt daarom wel eens "the most vertical city in the world" genoemd. Ook naast de wolkenkrabbers is de stad volledig uitgedacht om zo efficiënt mogelijk om te gaan met ruimte. Plafonds zijn duidelijk lager dan bij ons, veel voetpaden liggen op het eerste verdiep en gaan dwars doorheen gebouwen en het openbaar vervoer is spotgoedkoop en efficiënt. Het feit dat zondagse picknicks gewoon op straat, in de bermen tussen twee rijstroken en onder viaducten ontstaan zegt eigenlijk voldoende. En wat doen we nu, na het bereiken van ons doel? Simpel, we draaien onze fietsen om en beginnen alvast aan de terugtocht naar Europa. Omdat onze reistijd begint te korten zullen we hiervoor op een bepaald punt de vlieger moeten opstappen. Momenteel laten we deze realiteit echter nog niet teveel aan ons hart komen en zetten we voor het eerst koers naar het Westen, richting Indochina. Vietnam wordt het eerste land in deze regio! Ook de komende maanden zullen we jullie dus nog blogs, foto's en filmpjes blijven brengen.
De foto's werden ook deze keer in twee albums gedeeld: van Guiling naar Hong Kong en van Hong Kong zelf. We zijn volop bezig aan het filmpje van China, maar het ziet er naar uit dat het een langspeelfilm wordt! Benieuwd hoe het uploaden zal verlopen ;) |
Route weergeven op een grotere kaart Archives
February 2013
Categories
All
Hier klikken om te bewerken.
Hier klikken om te bewerken.
|